Geef dieven geen kans!

  1. Sluit altijd uw auto af, ook als u maar heel even uitstapt.
  2. Laat uw auto altijd in het stuurslot vallen, met de wielen richting de stoeprand.
  3. Heeft u een losse radio, met zo’n frontje? Haal deze dan uit de auto als u zelf de auto verlaat.
  4. Zorg ervoor dat als u toch iets in de auto achterlaat (zoals boodschappen) het niet in het zicht ligt.
  5. Laat zien dat er niks te halen valt: zet het dashboardkastje open.
  6. Zet uw auto op een bewaakte parkeerplaats. Hier wordt minder ingebroken. Of parkeer op een goed verlichte plaats, zodat u het inbrekers extra moeilijk maakt.
  7. Registreer het merk-, serie- en typenummer van de autoradio, navigatie, speakers en andere waardevolle zaken in de auto. Dit maakt het doen van aangifte makkelijker en maakt de kans dat u uw bezittingen terugkrijgt groter.
  8. Een auto met alarmsysteem is extra moeilijk om te stelen: het schrikt dieven af, waarschuwt de omgeving en fungeert als startblokkeersysteem.
  9. Laat nooit waardevolle bezittingen achter in de auto, zoals camera’s, laptops, telefoons, koffers, autopapieren, geld of creditcards.
  10. Gebruik altijd een apart afsluitbare tankdop om diefstal van brandstof te voorkomen.
  11. Laat uw autoruiten graveren. Zo moeten alle autoruiten vervangen worden voor de auto doorverkocht kan worden.

Tips voor veiliger rijden:

  1. Houd extra afstand bij mist en bij regen. Houd afstand van wegwerkzaamheden en van uw voorganger, zodat de kans zo klein mogelijk is op steentjes die uw ruit kunnen beschadigen.
  2. Controleer of u wel met een aanhanger de weg op kan bij storm of harde wind.
  3. Houd uw zonnebril bij de hand bij felle of laagstaande zon.
  4. Maak uw ruit regelmatig schoon.
  5. Wilt u wisselen van rijstrook, of moet u invoegen? Houd dan rekening met anderen en gebruik uw richtingaanwijzer. Ook als u driekwart rond moet op een rotonde, zet dan uw knipperlicht aan naar links. Doe dit ook als er niemand in de buurt is.
  6. Gebruik een app zoals de RijVeilig-app om er zeker van te zijn dat u niet afgeleid wordt door uw telefoon tijdens het autorijden. Zet uw auto even op een parkeerplaats als u de telefoon echt nodig hebt.
  7. Stel uw navigatie in vóórdat u gaat rijden.